De straatventers van Tuindorp Watergraafsmeer, beter bekend als Betondorp, waren veelal van joodse origine. Zij woonden meestal niet in Betondorp maar zij bepaalden voor een niet onbelangrijk deel het vooroorlogse straatbeeld in het dorp.
Over één van hen, een joodse ijsventer, wil ik ter inleiding van deze publicatie over de shoah graag iets meer vertellen.
Hij was een rustige, sympathieke man en hij stond erop dat wij – kinderen van 13, 14 jaar– hem tutoyeerden en hem bij zijn voornaam noemden; voor ons was hij duidelijk meer dan alleen maar een ijsverkoper.
Na de Duitse inval hebben wij hem niet meer gezien en in de oorlogsjaren raakte de herinnering aan hem op de achtergrond.
Echter, kort na de oorlog heb ik hem één keer teruggezien; hij stond met zijn ijskar bij het Ajax-stadion aan de Middenweg, tussen het toestromende publiek. Wij herkenden elkaar onmiddellijk, wij hebben stilzwijgend de handen geschud, elkaar op de schouder geklopt en in alle drukte een gesprek vermeden. Ik zal dus nooit weten hoe hij de oorlog heeft kunnen overleven en wat hij heeft moeten doorstaan, maar zijn ogen spraken boekdelen. Daarin zag ik voor het eerst iets van de verschrikking die later onder de naam shoah bekend zou worden.
Over de gevolgen van de shoah voor Betondorp gaat de rest van dit verhaal.
Aanleiding om iets over Betondorp en de shoah te schrijven was het vinden van de website www.joodsmonument.nl op internet. Deze site is opgezet door het Joods Historisch Museum in Amsterdam en bevat de namen van meer dan 100.000 joodse oorlogsslachtoffers die uit Nederland zijn gedeporteerd en van wie geen graf bekend is.
Omdat ik mij al jaren bezighoud met de historie van Betondorp, leek het mij zinvol aan de hand van deze databank een bescheiden publicatie te wijden aan de joodse Betondorpers die aan de shoah ten offer zijn gevallen. Deze verschrikkelijke periode behoort – helaas – ook tot de historie van het dorp en mag daarom in de geschiedschrijving niet ontbreken.
Een viertal van hen heb ik van zeer nabij gekend: vader en moeder Frank en hun twee zoons Salomon en Jacob. Zij waren tot kort vóór de oorlog onze buren en Sallie – zoals Salomon genoemd werd – was behalve buurjongen ook een speelvriendje.
Toen de gruwelijke details van de shoah na de oorlog aan het licht kwamen, werd duidelijk dat ook het gezin Frank niet meer zou terugkeren..
Toch laat het je - zelfs na bijna 70 jaar - niet onberoerd als je op het beeldscherm in kille letters en cijfers ziet staan dat het gehele gezin Frank in de lente van 1943 in Sobibor is vermoord (zie Akkerstraat 41 in het overzicht).
Een aantal andere joodse Betondorpers heb ik ook vrij goed gekend omdat zij een winkel of een bedrijf in het dorp hadden of omdat zij wel eens bij ons thuis langs kwamen voor een praatje. Vaak ging dat over de radio-uitzendingen van de VARA; mijn vader was secretaris van de VARA-afdeling Betondorp en die afdeling had opvallend veel joodse leden. Achteraf beschouwd wel verklaarbaar; zij pasten met hun veelal socialistische levensbeschouwing heel goed in het “rode dorp”, zoals Betondorp vóór de oorlog wel werd genoemd; velen van hen waren werkzaam in de diamant- of in de textielindustrie.
De joodse Betondorpers beschikten over een eigen – zeer kleine – synagoge. Eind twintiger jaren van de vorige eeuw is in de gemeenschappelijke tuin achter de huizen van de Tuinbouwstraat een gebouwtje neergezet dat als zodanig dienst deed. Het gebouwtje staat er nog, maar over het gebruik als synagoge is weinig of niets bekend. (zie foto) Ik had er graag iets meer over willen zeggen maar zelfs het Joods Historisch Museum heeft niets in de archieven kunnen vinden en kon mij dus geen gegevens verstrekken.
In een aantal gevallen komt het voor dat gezinsleden de oorlog overleefd hebben; als hier sprake van is wordt dit in het overzicht vermeld..
Een aantal joodse Betondorpers heeft via onderduikadressen in en buiten het dorp kunnen overleven.
In het uit www.joodsmonument.nl samengestelde overzicht zijn de namen opgenomen van alle joodse Betondorpers die de shoah niet hebben overleefd, gerangschikt naar straat en huisnummer en met vermelding van datum en plaats van overlijden, alsmede de bereikte leeftijd.
Ik ontkom er niet aan om uit het overzicht een aantal cijfers te noemen die de gruwelen van de shoah nog eens benadrukken:
Totaal aantal joodse Betondorpers dat de shoah niet heeft overleefd: 229 (94 mannen, 99 vrouwen en 36 kinderen onder de 18 jaar).
Jongste slachtoffer 6 jaar, oudste 82 jaar.
Concentratiekampen: Auschwitz (119 slachtoffers), Sobibor (87 slachtoffers), overige kampen (18 slachtoffers), onbekend (5 slachtoffers).
Opdat wij hen niet vergeten.
april 2008
© C.J. van Daatselaar
© Bron: www.joodsmonument.nl